Naar inhoud springen

Resolutie 1731 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 1731
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 20 december 2006
Nr. vergadering 5602
Code S/RES/1731
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Burgeroorlog in Liberia
Beslissing Verlengde de sancties
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2006
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Argentinië Argentinië · Vlag van Congo-Brazzaville Congo-Brazzaville · Vlag van Denemarken Denemarken · Vlag van Ghana Ghana · Vlag van Griekenland Griekenland · Vlag van Japan Japan · Vlag van Peru Peru · Vlag van Qatar Qatar · Vlag van Slowakije Slowakije · Vlag van Tanzania Tanzania
Liberia.
Liberia.

Resolutie 1731 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 20 december 2006. De resolutie verlengde de sancties tegen Liberia met zes (ruwe diamant) en twaalf maanden (wapens).

Zie Tweede Liberiaanse Burgeroorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Na de hoogtijdagen onder het decennialange bestuur van William Tubman, die in 1971 overleed, greep Samuel Doe de macht. Diens dictatoriale regime ontwrichtte de economie en er ontstonden rebellengroepen tegen zijn bewind, waaronder die van de latere president Charles Taylor. In 1989 leidde de situatie tot een burgeroorlog waarin de president vermoord werd. De oorlog bleef nog doorgaan tot 1996. Bij de verkiezingen in 1997 werd Charles Taylor verkozen en in 1999 ontstond opnieuw een burgeroorlog toen hem vijandige rebellengroepen delen van het land overnamen. Pas in 2003 kwam er een staakt-het-vuren en werden VN-troepen gestuurd. Taylor ging in ballingschap en de regering van zijn opvolger werd al snel vervangen door een overgangsregering. In 2005 volgden opnieuw verkiezingen, waarna Ellen Johnson-Sirleaf de nieuwe president werd.

De Veiligheidsraad had eerder besloten de sancties tegen Liberia in verband met houtkap niet langer te verlengen. Het land moest dan wel zorgen dat de nationale boshervormingswet van 5 oktober 2006 effectief werd uitgevoerd en afgedwongen. Verder bleef Liberia goed meewerken met het Kimberley-Proces (de certificering van ruwe diamant). Er was echter onvoldoende vooruitgang geboekt om aan de voorwaarden in de paragrafen °5 (ontwapening van strijders en hervorming van het leger) en °7 (een effectief certificeringssysteem voor ruwe diamant) van resolutie 1521 om de andere sancties op te heffen te voldoen.

Op basis daarvan werd het wapenembargo tegen Liberia verlengd met twaalf maanden. Dit embargo gold niet voor de politie en het leger, die sinds 2003 door de UNMIL-vredesmacht werden opgeleid.

Verder werd ook het embargo op ruwe diamant uit Liberia met zes maanden verlengd. Zo kreeg het land meer tijd om een certificeringssysteem op te zetten.

Ten slotte werd ook het mandaat van het panel van experts dat toezag op deze sancties verlengd tot 20 juni 2007.

Verwante resoluties

[bewerken | brontekst bewerken]